Nog geen reacties

De Kruisweg

Goede Vrijdag

De Kruisweg lopen, statie voor statie, is een oefening in verlies. Je volgt iemand, die de mensenzoon wordt genoemd, op zijn laatste schreden van zijn leven. Gisteravond, na zijn laatste avondmaal, heeft hij nog één keer, wetend wat hem te wachten stond, bijna met de moed der wanhoop, tegen God gezegd wat hij altijd heeft gezegd: Uw wil geschiede.

De Kruisweg is wat God van de mensenzoon wil: dat hij voor je uit gaat.

U kunt de kruiswegmeditaties ook downloaden

Eerste Statie  Jezus wordt ter dood veroordeeld

(Matteüs 27: 11-14) Jezus werd voor de gouverneur geleid. De gouverneur stelde Hem de vraag: ‘Bent U de koning van de joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het zelf’. Op de beschuldigingen die door de hogepriesters en oudsten tegen Hem ingebracht werden, antwoordde Hij niets. Toen zei Pilatus tegen hem: ‘Hoort U niet waar ze U allemaal van beschuldigen?’ Hij gaf hem nergens antwoord op, zodat de gouverneur zeer verbaasd stond.

Meditatie
Degene die hem veroordeelde en vonniste heeft zijn handen in onschuld gewassen. De mensenzoon heeft zich niet vrij gepleit. Hij is beschuldigd van misdaden die hij niet gepleegd heeft. Hij is gegeseld en tentoongesteld met een martelende kroon van doornen op zijn schedel. Al die tijd heeft hij gezwegen, hij die gezegd heeft: ‘Zalig wie worden vervolgd voor een rechtvaardige zaak, want van hen is het koninkrijk der hemelen’. De spiraal van haat heeft hij niet beantwoord met haat.

Tweede Statie  Jezus neemt het kruis op zijn schouders

(Matteüs 27: 27-31) Toen namen de soldaten van de landvoogd Jezus mee in het pretorium en verzamelden de hele afdeling rondom Hem. Ze trokken Hem zijn kleren uit en hingen Hem een rode mantel om; ze vlochten een kroon van doorntakken, zetten die op Zijn hoofd, gaven hem een rietstok in de rechterhand. Dan vielen ze voor Hem op de knieën en bespotten Hem met de woorden: ‘Gegroet, koning der Joden’. Ze bespuwden Hem, pakten de rietstok en sloegen Hem op het hoofd. Nadat zij hun spel met Hem gedreven hadden, ontdeden ze Hem van de mantel, trokken Hem zijn eigen kleren weer aan, en voerden Hem weg ter kruisiging.

Meditatie
Jezus gaat de weg van een godslasteraar, de dood tegemoet. Hij gaat de weg van een moordenaar – een executie tegemoet. Hij gaat de weg van een ongehoorzame slaaf – een kruisiging tegemoet. Hij gaat de weg van een rechteloze, een lynchende meute tegemoet. Hij gaat de weg van een besmettelijk zieke – een anoniem graf tegemoet. Hij gaat de weg van de gehate vreemdeling – de uitdrijving tegemoet. Langs de weg zullen mensen in hem zien wat zij het diepst verafschuwen. Hij spiegelt, zelf zonder zonde, de zonden der wereld.

Derde Statie  Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis

(Exodus 32: 1,3,4) Toen Mozes maar wegbleef en niet naar beneden kwam verdrong het volk zich om Aäron en eiste: ‘Kom, maak een god die voor ons uit kan gaan. Want die Mozes, die man die ons uit Egypte heeft geleid, we weten niet wat er met hem aan de hand is’. Toen deden allen hun gouden oorringen af en gaven die aan Aäron. Deze nam ze in ontvangst, bond ze in een buidel, en maakte er een stierebeeld van. Toen riepen zij uit: ‘Israël, dit is de god die u uit Egypte heeft geleid.’

Meditatie
Vernederend is struikelen, toch bezwijkt hij, en plein public. Hoe nu nog geloven in de aanspraak die hij heeft gemaakt: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Is dit de Weg die God, wiens wil hij zegt te doen, uitgestippeld heeft? Dit telkens weer overeind komen terwijl je bezwijkt? Is dit de God die voor je uit gaat?

Vierde Statie  Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder

(Lucas 2:34-35,51) Simeon zei tot Maria, de moeder van Jezus: ‘Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.’
Zijn moeder bewaarde alles water er gebeurd was in haar hart.

Meditatie
Maria maakt, tussen de menigte, en straks onder het kruis, het uur van zijn dood mee. Kinderverlies is haar kruisweg, en het is alsof een zwaard haar eigen ziel doorboort. Maria bezwijkt bijna bij het zien van haar bezwijkende zoon. Aan haar, die de mensenzoon gedragen heeft en gezoogd en lief gehad, en die hem nu prijs moet geven – ‘terug geven aan God’ – vraag je om voor je te bidden, in het uur van je dood, opdat je je prijs kunt geven aan God.

Vijfde Statie  Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen

(Matteüs 27: 27, 32; 16: 24) Toen ze de stad uitgingen, ontmoeten ze een Cyreneeër, Simon genaamd, en vorderden hem tot het dragen van Jezus’ kruis. Daarna zei Hij tot zijn leerlingen: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen.’

Meditatie
Midden in het geweld van de uitdrijving is er iemand die het kruis mee helpt dragen. Een lijdensweg is niet alleen een kwestie van pijn en uitputting, maar ook van uitsluiting en verlatenheid. We kunnen het kruis van de ander niet overnemen, maar wel helpen dragen – al is het maar om de ander, in zijn of haar verlatenheid, niet het geloof te laten verliezen.

Wie helpt dragen, wordt gedragen.

Zesde Statie  Veronica droogt het aanschijn van Jezus af

(Jesaja 53: 2-3) Zijn uiterlijk noch schoonheid waren het bekijken waard, hij was geen verschijning die bewondering wekt. Geminacht en gemeden werd Hij door de mensen, man van smarten, met ziekte vertrouwd, een mens die zijn gezicht voor ons verbergt, geminacht en niet de moeite waard beschouwd.

Meditatie
Lippen deppen, voorhoofden vegen, koortsigen betten, wonden verbinden, tot in het laatste uur aanwezig zijn in iemands doodsstrijd: in de doek waarmee Veronica, belichaming van alle ‘handen aan het bed’, de onaanzienlijke, geminachte Mensenzoon droogt, zal Zijn gelaat afgedrukt blijven. Hij verrijst in het hart van wie zich uit de onverschillige menigte losmaakt om zich te ontfermen.

Zevende Statie  Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis

(Psalm 88:4,5) Mijn ziel is van rampen verzadigd, aan de grens van het dodenrijk ben ik, ik behoor bij wie daalden in de groeve, ik werd tot een man zonder kracht.

Meditatie
De man van liefde gaat niet alleen de weg van alle vlees, maar ook van alle geest. De tweede struikeling, ‘aan de grens van het dodenrijk’, maakt een ‘man zonder kracht’ van hem. Zo gaat hij ons voor, ook door de afgrond van moedeloosheid en depressie, opdat we hem ontwaren, als lotgenoot, als metgezel, als we er geen gat meer in zien. Zie, gevangene van je verlatenheid, hij krabbelt overeind en leidt je dwars door de nacht van vertwijfeling.

Achtste Statie  Jezus troost de wenende vrouwen

(Lucas 23: 28-31) Jezus keerde zich tot hen en sprak: ‘Dochters van Jeruzalem, weent niet over mij, maar weent over u zelf en uw kinderen. Weet dat er een tijd zal komen waarop men zeggen zal: Gelukkig de vruchtbaren, wier schoot niet heeft gebaard en wier borst geen kind heeft gevoed. Dan zal men tot de bergen zeggen: Val op ons, en tot de heuvels: Bedekt ons. Want als men zo doet met het groene hout, wat zal er dan met het dorre gebeuren?

Meditatie
Moeilijk te harden zijn deze woorden – ze stellen de mensen die de Mensenzoon uitentreuren beklagen eenzelfde ongenadige lot voor ogen als wat hij nu verduurt. Hij die door de uiterste weeën van het leven gaat troost de vrouwen met… de weeën van lijden die nooit niet op handen zijn. Hij buigt de klacht om in aanklacht, hij duwt de vrouwen als het ware uit de dood het leven weer in, hoe bar dat ook is.

Negende Statie  Jezus valt voor de derde maal onder het kruis

(Genesis 2:9-15) De Heer God riep de mens en vroeg hem: ‘Waar zijt gij?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen’. Maar Hij zei: ‘Wie heeft u verteld dat gij naakt zijt? Hebt ge soms vergeten van de boom die ik u verboden heb?’ De mens antwoordde: ‘Die vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten’. Daarop vroeg de Heer God aan de vrouw: ‘Hoe hebt gij dat kunnen doen?’ De vrouw zei: ‘De slang heeft mij verleid, en toen heb ik gegeten.’

Meditatie
Hij wordt de laatste Adam genoemd, de mensenzoon die de val van de eerste Adam ongedaan maakt, die ‘de appel terug aan de boom hangt’. Het verhaal van de mensheid is het verhaal van de vrije wil, van het onverbeterlijk vallen voor het kwaad, uit begeerte, angst, uit jaloezie, zelfs uit rouw en verdriet; en van het beschuldigen van de ander, van Eva door Adam, van Abel door Kaïn. De Mensenzoon heeft zich laten beschuldigen van alle kwaad, en steekt naar niemand de beschuldigende vinger uit, zelfs in het holst van zijn lijden niet. In zijn vergevingsgezindheid en liefde wordt de keten van het kwaad ontbonden.

Tiende Statie  Jezus wordt van zijn kleren ontdaan

(Marcus 15: 22-24) Ze brachten Hem naar de plaats Golgota, wat vertaald wordt met Schedelplaats. Daar boden ze Hem met mirre gekruide wijn aan, maar Hij weigerde. Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren en dobbelden om wat ieder krijgen zou.

Meditatie
Naakt, ontkleed, ontmaskerd, onteigend – wie dacht dat hij de Mensenzoon al voor de lijdensweg, tijdens de geseling en de bespotting, in zijn meest deplorabele toestand had gezien, keek nu het liefst weg. Maakte zich uit de voeten, zoals de leerlingen van de mensenzoon meteen na arrestatie al hebben gedaan.
Waar verschuil je je voor, als je je afwendt van de naakten, de uitgekledenen, de stinkende daklozen? Toch heeft de Mensenzoon aan hen gelijk willen worden, zelfs aan de naaktste, tot koopwaar verhandelde man of vrouw.

Elfde Statie  Jezus wordt aan het kruis geslagen

(Marcus 15:25-28) Het was het derde uur, toen ze Hem kruisigden. Het opschrift met de reden voor de veroordeling luidde: ‘De koning der Joden’. Samen het Hem kruisigden ze ook twee rovers, de een rechts, de ander links van hem. Zo ging in vervulling dit Schriftwoord: ‘Hij is onder de booswichten gerekend.’

Meditatie
Kruisiging is de straf voor moordenaars en ongehoorzame slaven – voor onmensen en halfmensen. De mensenzoon sterft gehoorzaam hun dood. Hij zal een zin uitspreken die nooit meer ongedaan gedacht kan worden: ‘Vader, vergeef ze, ze weten niet wat ze doen’ . De aanblik van hem, al stervende vergevend, maakt je gelijk aan wie dan ook, we staan, zonder uitzondering, bij zijn liefde in het krijt.

Twaalfde Statie  Jezus sterft aan het kruis

– Allen knielen een kort moment –
(Marcus 15: 33-37) Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land, tot aan het negende uur toe. Omstreeks het negende uur riep Jezus met luider stem uit: ‘Eloï, Eloï, Lama sabaktami’, dat wil zeggen, ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?’ Enkele omstanders die het hoorden, zeiden: ‘Hoor, Hij roept om Elia!’ Een van hen ging een spons halen, drenkte die in zure wijn, stak ze op een rietstok en bood Hem te drinken, terwijl hij zei: ‘Laat me begaan! We willen eens zien of Elia Hem eraf komt halen’. Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest.

Meditatie
De mensenzoon bereikt de uiterste grens: de volstrekte verlorenheid. Waarom hebt U mij verlaten. “Het gaat erom dat God met ons is, in zijn lijden, niet ons voorbij.’ Zo’n God heeft hij willen worden, één die zelfs in de radicaalste vertwijfeling deelt. Om hem, zoon van God, roepen de mensen in hun verlatenheid: zult U er zijn als wij ons bevelen in Uw geest?

Dertiende Statie  Jezus wordt van het kruis afgenomen

(Matteüs 27: 57) De honderdman en die met hem bij Jezus de wacht hielden, werden bij het zien van de aardbeving en wat verder gebeurde door een grote vrees bevangen en zeiden: ‘Waarlijk, Hij was een zoon van God’. Er waren ook vele vrouwen bij, die op een afstand toekeken; zij waren Jezus vanuit Galilea gevolgd om voor Hem te zorgen.

Meditatie
De mensenzoon heeft moeten sterven als een hond voor het kon dagen dat dit dan de Verlosser is – deze mens die, verraden en verlaten en vervolgd door mensen, diezelfde mensen tot het uiterste heeft lief gehad. Uit deze roerloze mond hebben ongelooflijke woorden geklonken, ‘heb je naaste lief als je zelf’, ‘zalig wie treuren, want zij zullen worden getroost’, ‘keer je vijand je andere wang toe’, ‘vergeef hen, want zij weten niet wat zij doen’, ‘ga heen, en zondig niet meer’, het Onze Vader – woorden die hij tot een weg heeft geleefd, zijn leven gevend opdat wij leven, de ware weg, het leven.

Veertiende Statie  Jezus wordt in een nieuw graf gelegd

(Lucas 23: 53 – 56) Jozef wikkelde het lichaam van Jezus in een lijkwade. Vervolgens legde hij Hem in een graf dat in een steen was uitgehouwen en waarin nog nooit iemand was neergelegd. Het was voorbereidingsdag en de sabath brak aan. De vrouwen die uit Galilea met hem meegekomen waren, volgden en bekeken het graf en zagen hoe het lichaam werd neergelegd. Teruggekeerd maakten zij welriekende kruiden en balsem klaar, maar op de sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.

Meditatie
Zijn lichaam wordt, gewikkeld in een schone wade, in een nieuw graf gelegd. De mensenzoon is leeggebloed als een geslacht lam en heeft zijn geest in handen van zijn vader bevolen. Hoe we onze doden verzorgen, zegt iets over hoe zij in ons leven zullen verrijzen. Onze vingers zullen wij leggen in zijn wonden, in de tuinman zijn stem horen, in de vreemde die brood met ons breekt zijn gestalte aanschouwen, in de stem van wie ons vergeeft, en in het gelaat van wie ons in vertwijfeling aanziet, zullen we hem herkennen, overal zullen we hem weten, in het uur van onze dood, in de hele schepping, tot het einde van de tijd, overal is de mensenzoon, behalve in zijn graf.

De kruisweg kan worden afgesloten met het gebed van de Heer:

Onze vader, die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren.
En breng ons niet in beproeving,
maar verlos ons
van het kwade.
Amen.

 

Reacties zijn gesloten.